Schermafbeelding 2020-10-28 om 16.33.37

AVRI mist verantwoordelijkheidsbesef en zelfreflectie

Schermafbeelding 2020-10-28 om 16.33.37

ARNHEM - 

“Regio Rivierenland krijgt plots een rekening van 10 miljoen, burger moet het ophoesten”

en

 

“Of de AVRI-gemeenten even 10 miljoen euro willen dokken”.

Als de media met zulke stevige krantenkoppen uitpakt, dan geeft dat extra aanleiding om als VVD goed naar een dossier te kijken.

Eeuwigdurende zorg

De Provincie heeft de wettelijke taak om voor afgesloten stortplaatsen eeuwigdurend zorg te dragen. Dat betekent bijvoorbeeld dat de provincie er voor moet zorgen dat de stortplaats niet gaat lekken, en geen natuur- en milieuschade ontstaat. Dit tot het einde der tijden. Een hele grote verantwoordelijkheid dus met grote financiële risico’s voor de provincie. Want mocht er een lekkage ontstaan, dan betaalt de Provincie de rekening. Dit kan zomaar gaan over miljoenen euro’s.

Fonds Nazorg Stortplaatsen

Het Fonds Nazorg Stortplaatsen heeft als doel om financiële risico’s, die de Provincie loopt vanaf het moment dat zij verantwoordelijk is over de stortplaats, op te vangen. Maar, als dit fonds te weinig gevuld is ten opzichte van de inschattingen die worden gemaakt, dan betekent dit dat de Provincie alsnog zelf moet bijstorten. Om die risico’s in kaart te brengen voert de Provincie iedere vijf jaar een ALM-studie uit. Deze studie moet uitwijzen wat het toekomstig te verwachten rendement zal zijn. Hier volgt een rekenrente uit. Op basis van deze rekenrente wordt de hoogte van het in te leggen bedrag bepaald.

Verrassing?

Door de AVRI wordt - is mede bij monde van de directeur - gesproken over een verrassing van de verlaging van de rekenrente. Dit kan volgens de VVD geen verrassing zijn. Uit beantwoording op technische vragen van de VVD blijkt dat al in 2017 voor het eerst gesproken is met vertegenwoordigers van de AVRI over dit scenario. Ook bij de totstandkoming van de ALM- studie, vanaf 2018, is de AVRI betrokken geweest. Daarnaast zijn over het jaarverslag van 2019 van de AVRI expliciet vragen over de voorgestelde rekenrente gesteld. In februari 2020 was bij de AVRI de rekenrente definitief bekend.

Vertraging overdracht

Als antwoord op de technische vragen blijkt tevens dat het AVRI zelf is geweest die gekozen heeft de overdracht te vertragen. De AVRI wilde graag zelf een zonnepark en windmolens plaatsen. Dit kan natuurlijk een keuze zijn om dat te doen. Maar de VVD vindt het opvallend dat dit gebeurt op het moment dat ook de eerste signalen bekend waren dat er flinke financiële tegenvallers zouden kunnen ontstaan. De AVRI wist namelijk al dat de ALM studie uitgevoerd zou worden en dat de rekenrente als gevolg daarvan wel eens flink zou kunnen dalen en dus een hogere bijdrage nodig zou zijn. In plaats van alles op alles te zetten om de stortplaats zo snel mogelijk over te dragen, koos de AVRI dus voor uitstel.

Risicovoorziening AVRI

In 2016 was er bij de AVRI al sprake van maar liefst een tekort van 5 miljoen euro om de reeds bekende en reële financiële risico’s op te vangen. De VVD vindt het daarom dan ook opvallend dat op de risicovoorziening, die bijvoorbeeld gaat over het hebben van voldoende middelen voor het Fonds Nazorg Stortplaatsen, de AVRI bestuurders hebben besloten om juist € 100.000 euro op te nemen.

Verantwoordelijkheidsbesef en zelfreflectie

Het gedrag van de AVRI in de afgelopen dagen past naar het idee van de VVD wel bij het beeld wat wij inmiddels hebben van deze organisatie. In de top ontbreekt aan iedere vorm van verantwoordelijkheidsbesef, zelfreflectie of een kritische blik op haar eigen rol. Informatie wordt volgens de VVD selectief gepresenteerd, zodat het lijkt alsof de AVRI slachtoffer is geworden.

Puberale joyrider

De VVD vindt het bewonderenswaardig hoe Gedeputeerde Staten en de ambtelijke organisatie zich de afgelopen dagen hebben ingespannen om met de AVRI tot een oplossing te komen. Alle wettelijke mogelijkheden zijn daarbij opgezocht, maar wel steeds vanuit het terechte vertrekpunt: niet nog meer financiële pijn voor de Provincie en geen precedentwerking. Twee belangrijke kaders voor de VVD, die overigens niet onderhandelbaar zijn.

Gelukkig heeft de Provinciale Staten geen oordeel hoeven vellen over het bestuurlijk onvermogen van de AVRI. Dat is namelijk de verantwoordelijkheid van de gemeenteraadsleden in de deelnemende gemeenten. Zij zijn uiteindelijk de verantwoordelijke ouders die “puberale joyrider” AVRI moeten opvoeden.

Oplossing

Wat de VVD betreft is de tijd van praten met AVRI voorbij. In onze ogen laat dit dossier zien dat zij niet de partij zijn waarmee op een verantwoorde en constructieve manier tot een oplossing kan komen. Het is onmogelijk gebleken om met de ongemanierde AVRI tot een volwassen oplossing te komen.

Tijd dus om naar de ouders van deze joyrider te kijken: de deelnemende gemeenten. Niet om de geleden schade te compenseren. Maar wel om te kijken hoe we de pijn kunnen verzachten, aangericht door haar kind, de AVRI. De VVD denkt hierbij bijvoorbeeld aan een financiële regeling.

Hopelijk leidt dit er tevens toe dat de Gemeenten in de toekomst de AVRI beter “in de teugels zullen houden”. Het is dan ook om deze reden dat we het reeds aangekondigde SGP amendement mee indienen om te zoeken naar verzachtingen voor de getroffen gemeenten.

 

Lees hieronder het ingediende amendement: